Vrij uniek is dat de Philisteinse molen de vijzel kan aansturen met 2 verschillende snelheden. Het lichte werk (binnenste rij kammen van de onderbonkelaar) heeft een verhouding van 1 : 1.43 (dat wil zeggen dat als de wieken 1 omwenteling gemaakt hebben, het vijzelwiel er 1.43 heeft gemaakt). Voor het zware werk is de overbrengingsverhouding 1 : 2,08.

Als de koningsspil tussen de beide cirkels van kammen wordt geheveld, draait de molen in z’n vrij, d.w.z. dat de wieken draaien maar het vijzelwiel niet meedraait en we dus niet malen. In molentaal heet dat ‘draaien voor de prins’.

foto: Josephine Ariaansz

Mooiste biotoop van Noord-Holland

Omdat de Philisteinse molen rondom in het open veld staat en de windvang door niets gehinderd wordt, wordt aan de molen vaak het predikaat “de molen met het mooiste biotoop van Noord-Holland” toegedicht. Het is inderdaad zo dat wij bij elke windrichting kunnen draaien en malen. De kap op de molen ligt op 48 conische houten rollen en kan 360 graden gekruid (op de wind gezet) worden. In tegenstelling tot de meeste molens in ons land die buiten een staartconstructie met een kruiwiel hebben, wordt de Philisteinse molen gekruid in de kap en is het dus een binnenkruier.